Hoe bewaar je fruit op de fruitschaal? 

Een fruitschaal vol verschillende soorten fruit uit het seizoen: staat er iets mooier in de keuken of op tafel? Fruit bewaren op de fruitschaal is in principe appeltje eitje, maar door één simpele fout kun je ervoor zorgen dat al je fruit binnen no time bederft. In dit artikel lees je tips om fruit te bewaren op én naast de fruitschaal.   

Fruit bewaren is zo moeilijk nog niet, houd alleen in gedachte dat je soort bij soort bewaart. Dit heeft te maken met ethyleen, een gas dat fruit uitstoot zodra het begint te rijpen. Ethyleen ontstaat dus bij rijping, maar zorgt ook voor een kettingreactie: vrijgekomen ethyleen wekt nog meer ethyleen op. Leg bijvoorbeeld een rijp stuk fruit naast een minder rijpe vrucht en hij rijpt veel sneller mee. Hierdoor kan het gebeuren dat fruit opeens helemaal rijp is of zelfs al bedorven. 

Het effect van ethyleen op je fruitschaal kun je dan ook positief voor je laten werken: heb je een paar keiharde avocado’s en een rijpe banaan? Leg ze naast elkaar en de groene vruchten worden een stuk sneller zacht. Helaas werkt het ook andersom en kan een rijpe vrucht de rest sneller laten bederven. 

Fruitsoorten die veel ethyleen uitstoten of heel erg vatbaar ervoor zijn kun je dus beter niet naast elkaar bewaren – behalve als je dus wilt dat ze snel rijp worden – zijn: appels, abrikozen, bananen, kiwi's, pruimen, perziken,  papaya's, passievruchten en mango's. 

Bananen rijpen relatief snel. Veel sneller dan bijvoorbeeld appels, peren of nectarines. Leg daarom de bananen alleen op de fruitschaal als je wil dat de rest van het fruit meerijpt. Wil je dit niet? Leg ze dan ernaast. Zo voorkom je dat de rest van je fruit snel bederft. 

Bron: https://www.eoswetenschap.eu/voeding/hoe-de-samenstelling-van-je-fruitschaal-het-rijpingsproces-beinvloedt